![]() |
duit Overijssel 1766. Getransformeerd in een orangistisch draagteken. Vz.
gegraveerd ). VZ. PVO P(rins) V(an) O(range) EUR 168,-- nov-09, schulman veiling, lot 234 |
![]() |
Orangistisch draagteken Overijssel. Duit 1766 met gedreven afbeelding. Prins, met getrokken zwaard, rijdend naar links. Met omschrift VIVAT DE PRINS V O. P&W 7010. Zeer fraai. 2,84 gram, 23,38 mm, 23,42 mm EUR 80,-- excl 20% opgeld, 1 dec 2012, schulman veiling, lot 1390 |
Draagtekens waren afbeeldingen van de Nederlandse Maagd met vrijheidshoed en het
keeshondje (de patriotten werden ook kezen genoemd). Was het locaal bestuur patriottisch,
dan werd natuurlijk het dragen van orangistische kentekens verboden en omgekeerd. De
patriotten waren zeer streng; zo kon men gestraft worden voor het dragen van wortelen, het
tonen van eierdooiers, het bakken van koeken met veel saffraan. Wat heeft dat nu allemaal
te maken met deze schijnbaar onschuldige duit van Overijssel? Het belangrijke in deze duit
is de kleine mannenbuste op de voorzijde. Deze minuscule buste werd door de orangisten
beschouwd als het portret van Willem V. Dat het hier inderdaad om het portret van de
stadhouder zou gaan dat discreet op de munt werd gezet is niet zeker maar toch
waarschijnlijk. Nicolaas Wonneman, die van 1763 tot 1796 muntmeester van de munt van
Overijssel was, stond bekend als een overtuigd orangist. Het is dus best mogelijk dat hij
in 1766, ter gelegenheid van de eedaflegging van de stadhouder deze kleine buste op de
munt plaatste. Wat er ook van zij, de orangisten gebruikten deze muntjes vooral in de
jaren 1785-1787 als draagtekens en er werd druk jacht op gemaakt. In 1786, op 12 januari
schreef G.J. van Hardenbroek in zijn dagboek dat H.J. Witte Tullingh hem had verteld dat
men jegenswoordig al tot een gulden gaf voor een duit A° 1766 in Overijssel
geslagen, waerop t gemeen wilde dat t hoofd van de Prins onderaan afgedrukt
was, dan t gunt anderen meenden maer een bijgevoegt figuur te wesen ofte het hooft
van de muntmeester self. Dan dat t seker was, dat er van duiten thans geslagen
wierden kleine ankers, met de letters PVO daer boven, die gedraegen konde worden, hebbende
de generael-majoor Vink er selfs een van. Er zijn een aantal exemplaren bekend die
tot draagtekens werden omgewerkt. Sommige stukken werden uitgevijld of
bijgegraveerd. Er bestaat eveneens een exemplaar dat werd omgegraveerd tot een
anti-orangistische penning door een galg boven de buste te plaatsen. (Bron Muntklapper.pdf