Plasticgeld, meer dan pinpas en creditcard
Door Arnout Bruins
Introductie
In een paar jaar tijd zijn de Australiërs gewend geraakt aan plastic bankbiljetten,
betalen met papieren bankbiljetten is een uitzondering. De Australiërs begonnen hun
zoektocht naar een beter bankbiljet in 1967 omdat het toenmalige biljet van $10 op grote
schaal werd vervalst. Gezocht werd naar een biljet dat lang meeging en zeer moeilijk te
vervalsen was. Papieren biljetten hebben het nadeel dat ze snel slijten en scheuren als ze
nat zijn. Daarnaast worden ze op grote schaal nagemaakt ondanks beveiligingen zoals het
watermerk en metaaldraden in het papier. Het resultaat van de zoektocht was een biljet
gemaakt van polymeer, een soort plastic. Het eerste biljet gemaakt van dit materiaal was
het herdenkingsbiljet tweehonderd jaar Australië in 1988. Bij deze eerste
polymeerbiljetten bleek de verbinding tussen het kapitein Cook monogram en het biljet niet
sterk genoeg. De Australiërs behandelde dit monogram, geplaatst op een doorzichtig stukje
van het biljet, als een kraslot en gingen het met scherpe voorwerpen te lijf. Dit hield
het biljet niet vol, en het monogram liet los. Enkele dagen na de introductie werd het
biljet ingetrokken, om enkele maanden later in een verbeterde versie weer terug te komen.
Nu de Note Printing Branch van de Reserve Bank of Australia het productieproces onder de
knie heeft, worden alle Australische biljetten van polymeer gemaakt.

|

|
Australië 1988 10 dollar Pick nummer 49 ter herdenking- van tweehonderd
jaar Australië
De eerste poging
Australië was echter niet het eerste land dat de mogelijkheden van plastic biljetten
heeft onderzocht. In het begin van de jaren tachtig heeft de American Bank Note Company
(ABNC) in samenwerking met het chemiebedrijf DuPont geëxperimenteerd met bankbiljetten
gemaakt van Tyvek, een soort plastic. Tyvek heeft als voordeel dat het aanvoelt als papie,
en niet als plastic waardoor het sneller geaccepteerd wordt door het publiek. Costa Rica,
Haïti en het eiland Man hebben een aantal biljetten uitgegeven gemaakt van dit materiaal.
Costa Rica, 1983, 20 Colones Pick nummer 252 A (236)
Haïti 1979 1 Gourde Pick 230b
Haïti 1979 2 Gourdes Pick 231b
Haïti 1979 50 Gourdes Pick 235c
De 100, 250 en 500 Gourdes van Haïti zijn zeldzaam. Toen er in 1996 een aantal op de
markt verscheen waren ze snel uitverkocht.
Isle Of Man 1983 1 Pound Pick 38 (39)
De uitgaven van deze plastic biljetten zijn identiek aan de papieren
biljetten. Voor Costa Rica is het plastic biljet te herkennen aan het voorvoegsel Z bij
het serienummer, en aan de datum: 28 juni 1983. Op het biljet van Haïti zijn willekeurig
verspreide kleine rode en blauwe stippen te zien. Het eiland Man heeft als voorvoegsel een
M, N of P eindigend met serienummer P500,000. Deze biljetten waren geen succes. Ze konden
niet tegen het tropische klimaat. De inkt raakte smoezelig en vervuild. Voor Costa Rica en
Haïti kwam het einde van het biljet in hetzelfde jaar van uitgifte namelijk 1983, voor
het eiland Man vijf jaar na uitgifte: 1988.
ABNC heeft nog een aantal proeven verricht met plastic bankbiljetten, onder andere voor
Ecuador, El Salvador, Honduras en Venezuela. Het is bij proeven gebleven en geen van de
bankbiljetten zijn in omloop gebracht. Een aantal van deze proeven zijn op 16 april 1997
geveild door Spink in Londen. Tyvek was dus geen succes. Het gebruik van Tyvek kreeg nog
een staartje bij de millenniumwisseling. De Chatham eilanden, waar de zon het eerst te
zien was, gaf een speciaal herinneringsbiljet uit gemaakt van Tyvek. Dit biljet was echter
geen legaal betaalmiddel.
De tweede poging
Tijdens de zoektocht naar een meer geschikt soort plastic kwam de Note Printing Branch
uiteindelijk bij polymeer uit. Een polymeer biljet bestaat uit een transparante
polipropyleen film bedekt met een witte basislaag waarop de inkt wordt aangebracht,
verteld Wayne Jackson van Note Printing Australia (NPA). Het biljet wordt tenslotte
bewerkt met een beschermende coating. Door de beschermende coating blijven de
biljetten schoon en nemen ze geen vocht op. Volgens het NPA gaan ze vier tot vijf maal
langer mee dan biljetten gemaakt van katoen. Na afloop van de levensduur wordt het plastic
gerecycled tot bijvoorbeeld compostcontainers en andere plastic voorwerpen.
Plasticbiljetten zouden daarom milieuvriendelijker zijn dan katoenen biljetten. Hier is
echter geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Het belangrijkste
beveiligingsmechanisme in het biljet is een transparant doorkijkje. Het is niet mogelijk
om dit met een kleurenkopieermachine na te maken. De productiekosten van een
polymeerbiljet zijn ongeveer het dubbele van een papierenbiljet. Het polipropyleen wordt
verhandeld onder de merknaam Guardian®. Het wordt verkocht door het bedrijf Securency
Pty. LTD. Securency is een 50/50 joint venture van de Reserve Bank of Australia en UCB,
een Belgische bedrijf.
NPA produceert voor de volgende tweeëntwintig landen polymeer herdenkings- en circulatie
bankbiljetten: Australië, Bangladesh, Brazilië, Chatham Islands, China, Taiwan, Costa
Rica, Haïti, Indonesië, Noord Ierland, Isle of Man, Kuwait, Maleisië, Nieuw Zeeland,
Papua Nieuw Guinea, Roemenië, Singapore, Solomon Islands, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en
Westelijk Samoa. Nieuw Zeeland is net als Australië compleet overgegaan op polymeer
biljetten. Verwacht wordt dat Papua New Guinea en Roemenië de volgende landen zijn die
compleet overgaan op plastic biljetten.Onder andere Mexico en India onderzoeken de
mogelijkheden om over te stappen. Ook is er het gerucht dat Canada de invoering overweegt.
Thailand heeft inmiddels zelf de speciale machines aangeschaft en produceert het polymeer
50 Baht biljet zelf..

|

|
Roemenië 2000 Lei, 1999, Pick 111a Herdenkingsbiljet van Roemenië,
voor de totale zonsverduistering 11 augustus 1999, het eerste polymeer biljet van Europa,
oplage 1 miljoen.
Het Europees parlement heeft overwogen om de Euro biljetten van polymeer te maken. De
overwegingen was dat plastic biljetten 50 tot 75% langer meegaan. Een argument dat niet
genoemd wordt, maar wel een rol kan spelen, is dat het publiek gewend is aan
papierenbiljetten. Om de euro te introduceren in een nieuw materiaal is wellicht teveel
verandering ineens.
Nadelen
van plastic.
Polymeer biljetten hebben een aantal voor- en nadelen. Volgens NPA gaat het
Australische $5 biljet in de katoenen versie zes maanden mee, in de plastic versie 40
maanden. Het Europese parlement gaat echter uit van een 50 tot 70% langere levensduur.
John Haslop van de De La Rue Security Paper and Print Division, een
drukker van papieren biljetten heeft onderzocht of plastic echt zoveel langer meegaat. Uit
zijn berekening blijkt dat plastic bankbiljetten 50% langer meegaan dan papier. Vergeleken
met munten die 30 jaar meegaan blijft de levensduur van biljetten kort. De levensduur van
een biljet hangt nauw samen met de gebruikte papierkwaliteit, het klimaat, en de waarde
van het biljet. Daarom komen er nogal uiteenlopende antwoorden op de vraag wat de
gemiddelde levensduur van het gemiddelde biljet is.
Helaas zijn ook plastic biljetten te vervalsen. De reden voor Australie om op plastic
biljetten over te gaan is dus niet waar gebleken. Wel zijn er tot nu toe weinig
vervalsingen ontdekt, slechts een tiende van wat voorheen werd gevonden. Het doel om het
vervalsers erg moeilijk te maken is behaald. Of dat zo blijft is de vraag, misschien zijn
de vervalsers tijdelijk overgestapt naar andere valuta. Om als ze straks plastic kunnen
bedrukken zich op deze markt te werpen. De producenten van bankbiljettenpapier staan onder
streng toezicht. Het is onwaarschijnlijk dat vellen onbedrukt bankbiljettenpapier in de
handen van criminelen terechtkomen. Van polymeer daarentegen, de grondstof voor
plasticbiljetten, wordt jaarlijks tienduizenden tonnen afgezet in de vorm van plastic
sheets. Valsedrukkers kunnen eenvoudig aan deze grondstof komen en deze in het drukproces
gebruiken.
Papieren (katoenen) biljetten kunnen eenvoudig gevouwen worden, en dat is handig om ze in
portefeuilles te bewaren. Het vouwen is echter een probleem bij het plastic: met een
scherpe vouw laat de inkt los. Het belangrijkste probleem van plastic is dat de inkt niet
in het biljet trekt zoals bij papier, maar er bovenop blijft liggen. Hierdoor kan de inkt
van het biljet loslaten. Dit wordt gedeeltelijk voorkomen met een extra coating waardoor
de productie duurder wordt.
 |
 |
Thailand, 50 Bath, 1996 Picknummer 99. Dit biljet is in omloop geweest,
duidelijk is dat de inkt op de vouwen loslaat ook het doorzichtige monogram is niet zo
fraai meer.
Een groot aantal landen met polymeer biljetten ligt in Azië. Het grote
voordeel in het vochtige, warme klimaat is dat het plastic niet wordt aangetast. Papier
houdt het hier niet lang uit. Het plastic wordt echter wel glad als het nat is. Bij het
Indonesische biljet liet de inkt van waardeaanduiding los. Het publiek dacht hierdoor dat
het een vals biljet van slechte kwaliteit in handen kreeg. In Thailand ontstond een
onverwacht probleem. Mensen leven hier op straat, waar je ook allerlei heerlijke gerechten
kan kopen. Deze worden terplekke op een vuurtje bereidt. Als bij het betalen het
plasticbiljet te dicht bij het vuur komt, verschrompelt het plastic.
Conclusie, papier of plastic?
Gezien de gegevens is het niet duidelijk of plastic beter is in vergelijking met
papier. De voorstanders stellen dat de productie duurder is, maar dat het biljet veel
langer meegaat en moeilijk te vervalsen is. Over de kostprijs bestaat overeenstemming,
200% van de prijs van papier. Over de levensduur bestaat geen overeenstemming, Australië
neemt het $5 biljet als uitgangspunt en stelt dat de levensduur van 6 naar 40 maanden
gaat. Andere bronnen spreken echter van een levensduur verlenging van 50%. Zeker voor de
hoge waarden is levensduur alleen niet het belangrijkste punt, juist de kwaliteit van het
biljet is belangrijk. En hier scoort plastic, met zijn loslatende inkt en vouwen minder
goed. Ook de stelling dat plastic niet te vervalsen is blijkt niet correct, er zijn wel
minder vervalsingen op de markt maar ze zijn er wel.
Ook onze nationale drukkerij, Joh. Enschede, kan plastic bankbiljetten produceren. Joost
Quant, woordvoerder van Joh. Enschede, verteld hierover we bieden klanten de optie
van plastic biljetten aan maar we hebben een heel goed papieren alternatief. Het
alternatief is het aanbrengen van een vernis laagje op het biljet. Wij hebben een patent
op dit vernis, met de naam DAR. Door de vernislaag gaat een biljet twee maal zo lang mee,
maar wat nog belangrijker is: het blijft schoon waardoor de echtheidskenmerken duidelijk
zichtbaar blijven. Door dit vernislaagje waren de Nederlandse biljetten een van de
schoonste in de wereld. Het aanbrengen van dit vernis doet de productiekosten slechts met
10% stijgen. Joost Quant vraagt zich af of de verlengde levensduur van het
plasticbiljet niet langer wordt dan dat het ontwerp meegaat. Dit kan zeker het geval zijn
bij hoge waarde coupures, die lang bij mensen thuis liggen en weinig circuleren.
De Australische biljetten. 5 dollar picknummer onbekend, 10 dollar
picknummer 52, 20 dollar picknummer 53, 50 dollar picknummer 54, 100 dollar picknummer 55 |